Gerard van den Tweel

Als de Vrienden van Viae Vitae later dit jaar op uitnodiging van de stichting bijeenkomen, hebben ze goede kans kennis te maken met de man die als het moet 27 uur in een dag stopt. De dadendrang van succesondernemer Gerard van den Tweel – om hem gaat het – kent immers geen grenzen. Ook niet als het om de minderbedeelden op deze wereld gaat.

 

gerard vd tweel viae vitae

Gerard van den Tweel:

“Het is voor mij geen vraag óf het tweede tehuis er zal komen. We hebben het hooguit over wanneer.”

 

Ze komen goed weg, de heren van de bank met wie Gerard van den Tweel (70) kort voor het interview in één van zijn hotels nog een zakelijk onderonsje heeft. Als de campagne voor het tweede gehandicaptenhuis op Sulawesi al was gestart, dan waren ze beslist met een actiepakket onder de arm naar buiten gestapt. ‘‘En niet voordat ze me beloofd hadden een stevige duit in het zakje te doen voor Viae Vitae. Ze komen nog aan de beurt hoor. En ze weten dat ‘nee’ in mijn woordenboek niet voorkomt, hahaha.’’

De bulderende lach van Mister Nijkerk, zoals Van den Tweel in zijn Gelderse geboortestad en woonplaats met een mengeling van bewondering en ontzag wordt genoemd, schalt door het restaurant. Zijn medewerkers kijken er al niet meer van op. Hun mijnheer Van den Tweel is nu eenmaal uniek in zijn soort; rechtdoorzee, zonder poespas, vriendelijk en ruimhartig, maar onverbiddelijk als de omstandigheden er om vragen. Liggen er sigarettenpeuken bij de entree van één van zijn hotels, dan raapt hij ze zelf op. Geen probleem. Liggen ze er de volgende dag weer, dan is de receptie te klein.

De kruidenierszoon met de vlijmscherpe handelsgeest kan een grijns niet onderdrukken als zijn reputatie ter sprake komt. ‘‘Klopt allemaal. Ik ben zoals ik ben. Je hebt een goeie aan me als je hard werkt en de boel niet beduvelt. Een hele goeie zelfs, want ik ga voor mijn mensen door het vuur. Ze kunnen altijd op me rekenen.’’

Het zal te maken hebben met zijn opvoeding, denkt de eigenaar van een handvol hotels en 10 supermarkten, overzee en in eigen land. Als kind van katholieke ouders in het strengprotestantse Nijkerk werd het geloof als vanzelfsprekend een deel van zijn identiteit.

‘‘De principes van naastenliefde en barmhartigheid werden er bij ons met de paplepel ingegoten. Ik kan de wereld ook echt niet anders zien dan een plek waar je voor elkaar hebt te zorgen. Dat klinkt misschien gemakkelijk uit de mond van iemand die zijn schaapjes op het droge heeft, maar zo moet men mij niet bezien. Ik meen dat heel serieus. Waar ik kan, leef ik naar die principes.’’

Zo is Van den Tweel op Bonaire, Aruba en Curacao betrokken bij tal van liefdadigheidsprojecten en staat een aantal kerken er dankzij zijn bemoeienis weer fier overeind en strak in de lak. In Suriname, waar binnenkort de eerste Van den Tweel-supermarkt opent, werd hij onlangs benoemd tot honorair consul. Als onbezoldigd ambassadeur helpt hij het land economisch en sociaal vooruit te komen.
In Indonesië was hij nog nooit, al gaat dat zeker gebeuren nu hij zijn jawoord heeft gegeven aan Viae Vitae. Het project kreeg voor hem een extra lading door de hersenaandoening die zijn oudste zoon heeft getroffen, vertelt Van den Tweel met zachte stem. ‘‘Hij gaat achteruit en hij zal nooit meer beter worden. Maar hij krijgt hier, in ons land, de best denkbare zorg. Mijn familie en ik ondervinden aan den lijve hoe belangrijk het is dat iemand met een zware handicap goed wordt verzorgd en een waardig bestaan kan leiden.

Ik hoef de lijn maar door te trekken naar het tehuis op Sulawesi. We moeten beseffen hoe cruciaal onze bemoeienis is voor de gehandicapte kinderen en jonge mensen die daar leven. Ik wil dat het bestaan voor hen net zo dragelijk wordt gemaakt als voor mijn zoon. Dat recht hebben ze. Het is voor mij dan ook geen vraag óf het tweede tehuis er zal komen. We hebben het hooguit nog over wanneer.’’

Net zo plotseling als hij verdween, keert de lach terug op het gezicht van de ondernemer. ‘‘Ik wil positief besluiten, want dit is een prachtig initiatief van een stel prachtmensen. Ik heb grote bewondering voor hun opstelling. Die is uiterst bescheiden en tegelijk zeer doelgericht. Als ze willen, kunnen ze 27 uur per dag een beroep op me doen. Die haal ik makkelijk uit een dag.’’